Past Simple
Welkom bij de uitleg van de Past Simple. We noemen deze tijd ook wel de ‘Closed Past’ omdat het een afgesloten tijd is. Op deze pagina wordt uitgelegd wat de Past Simple is en hoe je hem maakt. Wat ook erg belangrijk is: Wanneer gebruik je de Past Simple?
1. Wat is de Past Simple?
De Past Simple is de gesloten verleden tijd. Het gaat dus om een tijdsbepaling in het verleden dat al afgesloten is en niet langer voortduurt.
Een vorm van de Past Simple is dus een gebeurtenis in het verleden dat niet meer doorgaat, kijk maar naar de voorbeelden:
De Past Simple is de gesloten verleden tijd. Het gaat dus om een tijdsbepaling in het verleden dat al afgesloten is en niet langer voortduurt.
Een vorm van de Past Simple is dus een gebeurtenis in het verleden dat niet meer doorgaat, kijk maar naar de voorbeelden:
2. Hoe maak je de Past Simple?
De Past Simple maak je door -ed achter het werkwoord te plakken:
Walk – walked
Look – looked
Check – checked
Er zijn echter een aantal dingen waar je op moet letten:
a. Sommige werkwoorden eindigen al op een -e, waardoor er alleen nog een -d achter komt:
live – lived
like – liked
smile – smiled
De Past Simple maak je door -ed achter het werkwoord te plakken:
Walk – walked
Look – looked
Check – checked
Er zijn echter een aantal dingen waar je op moet letten:
a. Sommige werkwoorden eindigen al op een -e, waardoor er alleen nog een -d achter komt:
live – lived
like – liked
smile – smiled
b. Sommige werkwoorden houden zich niet aan de regel van -ed achter het werkwoord plakken. Dit zijn onregelmatige werkwoorden. Deze woorden kun je niet met een regel onthouden, maar moet je gewoon leren! Voorbeelden:
She left the school this morning. We went to the library last Friday. Mom bought new shoes yesterday. Je vindt de onregelmatige werkwoorden helemaal achterin je tekstboek (Stepping Stones), maar er is ook een website waarop je ze kunt leren: http://verby.weebly.com |
3. Wanneer gebruik je de Past Simple?
De Past Simple gebruik je bij afgesloten tijdstippen in het verleden. Zorg ervoor dat je goed weet of de activiteit of gebeurtenis al afgesloten is of niet. Duurt het namelijk langer voort of ben je het nog steeds aan het doen dan gebruik je een andere tijd!
De Past Simple gebruik je bij afgesloten tijdstippen in het verleden. Zorg ervoor dat je goed weet of de activiteit of gebeurtenis al afgesloten is of niet. Duurt het namelijk langer voort of ben je het nog steeds aan het doen dan gebruik je een andere tijd!
Hiernaast vind je nog even een filmpje met wat extra uitleg over de Present Simple. Het filmpje is van de website:
www.meestergijs.nl waar je nog veel meer informatie kunt vinden. Extra oefenen |
|