Present Simple vs. Present Continuous
Welkom bij de uitleg over de Present Simple versus de Present Continuous. De twee werkwoordsvormen van de tegenwoordige tijd tegenover elkaar. Het is soms best lastig om deze uit elkaar te houden, maar op deze pagina vind je wat trucs om toch de juiste tijd te kunnen toepassen. Belangrijk voor jezelf: Zorg dat je weet hoe je beide vormen moet maken voordat je ze los gaat toepassen!
1a. Wanneer gebruik je de Present Simple?
Je gebruikt de Present Simple op verschillende momenten, namelijk: - Feit (Gras is groen; Grass is green) - Gewoonte (Ik ga altijd lopend naar school; I always walk to school.) - Regelmaat (Iedere dinsdag ga ik naar de bibliotheek; Every tuesday I go to the library) 1b. Wanneer gebruik je de Present Continuous? De Present Continuous gebruik je als het NU aan het gebeuren is of aan de gang is. Je kunt het daadwerkelijk waarnemen of je weet dat het nu gebeurt. |
2. Tips voor het kiezen van de juiste tijd
Ga allereerst op zoek naar signaalwoorden. Deze kunnen je helpen om de juiste tijd te vinden in de zin. Hieronder vind je een tabel met de signaalwoorden van iedere tijd om je te helpen met leren.
Ga allereerst op zoek naar signaalwoorden. Deze kunnen je helpen om de juiste tijd te vinden in de zin. Hieronder vind je een tabel met de signaalwoorden van iedere tijd om je te helpen met leren.
Staat geen van deze signaalwoorden in de zin? Kijk dan naar de inhoud van de zin. Geeft de zin een feit, gewoonte of regelmaat aan? Dan gebruik je de Present Simple. In alle andere gevallen gebruik je de Present Continuous.
Hopelijk helpt deze informatie je om de juiste tijd te vinden!
Hopelijk helpt deze informatie je om de juiste tijd te vinden!
Extra oefenen
Kijk naar de oefeningen hieronder of je ze kunt maken.
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4
Oefening 5
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4
Oefening 5